Caparol Disbon 481 EP Uniprimer dient als hechtlaag op niet-zuigende ondergronden. Caparol Disbon 481 EP-UniPrimer heeft actief roestwerende eigenschappen op ijzer, staal en verzinkte oppervlakken (niet geschikt als roestwerende primer op betonijzer). Over te schilderen met nagenoeg alle 1K- en 2K-coatings. Bij twijfel een hechtproef uitvoeren.
2K-epoxyhars, met water te verdunnen.
Verpakking; 1 kg, 5 kg, 10 kg metalen-combi-verpakking
Kleur : Weiß, Hellgrau, Dunkelbraun
Opslag: Koel, maar vorstvrij bewaren.
Onaangebroken verpakking bij 20 °C tenminste 12 maanden houdbaar. Bij opslag onder lagere temperaturen het materiaal voor gebruik geruime tijd bij 20 °C opslaan.
Soortelijke massa: 1,5 g/cm3
Drogelaagdikte: ca. 35 µm/100 g/m2
Niet-zuigende, harde ondergronden zoals: Glasal, Resopal, Werzalit, Colorpan, tegels, afwerkingen van polyurethaan, epoxyhars of polyester, aluminium (niet geëloxeerd) en verzinkt staal.
Op PVC en coilcoatverflagen een hechtproef uitvoeren.
Niet toepassen op polyethyleen, polypropyleen en geëloxeerd aluminium.
De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen zoals: losse delen, stof, oliën, vetten, rubber en andere stoffen waarop geen hechting wordt verkregen.
Harder toevoegen aan basismateriaal en de inhoud van de 1 kg-verpakking door grondig roeren mengen.
De inhoud van de 5 en 10 kg-verpakking met behulp van een langzaamdraaiend roerwerk (max. 400 omw./min.) grondig mengen. Daarna overgieten in een andere bus en nogmaals doorroeren.
Let op: Het einde van de ‘potlife’ is optisch niet herkenbaar. Het overschrijden ervan leidt tot verandering van kleur en glansgraad en vermindering van hechting op de ondergrond.Materiaal niet in te grote laagdikten aanbrengen. Tijdens het drogen en uitharden voor goede en voldoende ventilatie zorgen.Niet toepassen onder met water te verdunnen verflagen die een dikke laag geven. |
Minimaal 10 °C en maximaal 30 °C voor materiaal, omgeving en ondergrond.
De relatieve luchtvochtigheid mag niet meer dan 80% bedragen. De temperatuur van de ondergrond moet altijd minimaal 3 °C boven het dauwpunt liggen.
De wachttijd tussen de arbeidsgangen moet bij 20 °C minstens 3 uur bedragen bij 20 °C. voor waterige afwerkingen.
Voor oplosmiddelhoudende afwerkingen een wachttijd van 16 uur aanhouden bij 20 °C.
Binnen 3 dagen moet de volgende afwerklaag aangebracht worden. Hogere temperaturen verkorten en lagere temperaturen verlengen de wachttijd.
Bij 20 °C en 60% relatieve luchtvochtigheid voor waterige afwerkingen na ca. 3 uur en voor oplosmiddelhoudende afwerkingen na 16 uur over te schilderen.
Tijdens het uitharden (ca. 8 uur bij 20 °C) het materiaal tegen vocht beschermen om afwijkingen aan het oppervlak en een verminderde hechting te voorkomen.
Bij lagere temperaturen 12 uur voor waterige afwerkingen en 48 uur voor oplosmiddelhoudende afwerkingen.
Gereedschap direct na gebruik reinigen met water en een zeepoplossing.
© 2024 www.verfdiscounter.nl - Powered by Shoppagina.nl